Statuten

Statuten Christen Unie Middelburg


NAAM, ZETEL EN NAAMGEBRUIK

Artikel 1
1. De vereniging (hierna te noemen: "kiesvereniging") draagt de naam: ChristenUnie Middelburg e.o.
2. De kiesvereniging heeft haar zetel in de gemeente Middelburg.
3. De kiesvereniging erkent: a. dat de rechten op de naam 'ChristenUnie' toebehoren aan de vereniging: ChristenUnie (hierna te noemen: "de ChristenUnie"), gevestigd te Amersfoort; b. dat zij de naam en het logo van de ChristenUnie dient te gebruiken zolang zij lid is van de ChristenUnie (behoudens andersluidende instructie van het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie); c. dat zij het woord ChristenUnie als deel van haar naam slechts mag handhaven zolang zij lid is van de ChristenUnie en dat zij derhalve haar naam dient te wijzigen indien en zodra zij om welke reden dan ook geen lid meer zou zijn van de ChristenUnie.

DOEL

Artikel 2
De kiesvereniging heeft tot doel: de doelstellingen van de ChristenUnie te bevorderen en (mede) te realiseren op plaatselijk en provinciaal niveau in het door de ChristenUnie aangewezen werkgebied.

UNIEFUNDERING

Artikel 3
De Uniefundering luidt als volgt: De kiesvereniging erkent Gods heerschappij over het staatkundig leven, dat de overheid door God is gegeven en in zijn dienst staat en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief te zijn in de samenleving. Zij fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die door de Drie Formulieren van Eenheid wordt nagesproken en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat.

LEDEN

Artikel 4
1. Leden van de kiesvereniging kunnen zijn natuurlijke personen, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, woonachtig zijn in het werkgebied van de kiesvereniging en die de Uniefundering, de Unieverklaring alsmede het doel van de kiesvereniging onderschrijven.
2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
3. Ieder die binnen de kiesvereniging een bestuurlijke of politieke functie bekleedt dient de Unieverklaring en de Uniefundering als bedoeld in de statuten van de ChristenUnie te ondertekenen.

TOELATING

Artikel 5
1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden.
2. Bij niet toelating tot lid kan het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie alsnog tot toelating besluiten, echter uitsluitend na toepassing van de voor de ChristenUnie vastgestelde geschillenregeling.

EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP

Artikel 6
1. Het lidmaatschap eindigt: a. door het overlijden van het lid; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging door de kiesvereniging; d. door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de kiesvereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd: a. indien van de kiesvereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; b. indien het bepaalde in lid 4, sub b of c, van dit artikel toepassing vindt. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. De bevoegdheid tot opzegging van het lidmaatschap met onmiddellijke ingang komt echter niet aan de leden toe ingeval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.
3. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
4. Opzegging door de kiesvereniging geschiedt door het bestuur en kan slechts plaatsvinden: a. wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten, als bedoeld in artikel 4, lid 1, te voldoen; b. wanneer een lid één of meer van zijn verplichtingen jegens de kiesvereniging niet nakomt; c. wanneer redelijkerwijs van de kiesvereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur en kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de kiesvereniging op onredelijke wijze benadeelt.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de kiesvereniging op grond dat redelijkerwijs van de kiesvereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Het lid wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
7. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

JAARLIJKSE GELDELIJKE BIJDRAGEN

Artikel 7
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.

BESTUUR

Artikel 8
1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering te bepalen aantal van ten minste drie en ten hoogste negen personen, die door de algemene vergadering worden benoemd.
2. Slechts leden van de kiesvereniging kunnen tot bestuurslid worden benoemd.
3. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels geven omtrent de wijze van benoemen van bestuursleden.

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP - SCHORSING

Artikel 9
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: a. door het eindigen van het lidmaatschap van de kiesvereniging; b. door bedanken.

BESTUURSFUNCTIES - BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR

Artikel 10
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan maximaal twee functies binnen het bestuur bekleden. De functie van voorzitter is binnen het bestuur niet met een andere functie verenigbaar.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. Het oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.

BESTUURSTAAK - VERTEGENWOORDIGING - COMMISSIES

Artikel 11
1. a. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. b. Elke bestuurder is tegenover de kiesvereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden een voorgeschreven minimum is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden ingesteld en opgeheven. Het bestuur benoemt en ontslaat de leden van die commissies.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van of namens het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de kiesvereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
5. De voorzitter van de fractie van de ChristenUnie in de gemeenteraad is vast adviseur van het bestuur. Hij heeft met een raadgevende stem toegang tot de vergaderingen van het Bestuur en wordt daartoe uitgenodigd, tenzij het bestuur anders beslist.
6. a. De kiesvereniging wordt vertegenwoordigd hetzij door het bestuur, hetzij door twee gezamenlijk handelende bestuursleden. b. Het bestuur wijst de vertegenwoordiger aan die namens de kiesvereniging het stemrecht uitoefent in het Uniecongres.

JAARVERSLAG - REKENING EN VERANTWOORDING

Artikel 12
1. Het boekjaar van de kiesvereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de kiesvereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de kiesvereniging en het gevoerde beleid. Het bestuur legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichting nakomen.
4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten met toelichting en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Het bestuur is verplicht aan de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
6. Het bepaalde in de leden 4 en 5 van dit artikel is niet van toepassing indien omtrent de getrouwheid van de stukken aan de algemene vergadering een verklaring wordt overgelegd afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 393, lid 1, Boek 2, Burgerlijk Wetboek.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, de door de wet voorgeschreven termijn te bewaren.

ALGEMENE VERGADERINGEN

Artikel 13
1. Aan de algemene vergadering komen in de kiesvereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering -de jaarvergadering- gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. het jaarverslag en de balans en de staat van baten en lasten met toelichting bedoeld in artikel 12 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie respectievelijk de verklaring van de aldaar bedoelde accountant; b. voorzover nodig, de benoeming van de in artikel 12 genoemde commissie voor het volgende boekjaar; c. voorziening in eventuele vacatures; d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 17 of bij advertentie in ten minste een ter plaatse waar de kiesvereniging gevestigd is veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen van de notulen.

BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING

Artikel 14
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 4. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet medegerekend.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 18.

TOEGANG EN STEMRECHT

Artikel 15
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben de leden van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden, met dien verstande, dat een geschorst lid toegang heeft tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en bevoegd is daarover het woord te voeren.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 van dit artikel bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Ieder lid van de kiesvereniging dat niet geschorst is, heeft een stem. 4. Een lid kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen door een daartoe schriftelijk gemachtigd lid van de vereniging. Een lid van de kiesvereniging kan slechts als gevolmachtigde van één ander lid optreden.

VOORZITTERSCHAP - NOTULEN

Artikel 16
1. Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de kiesvereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt een der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. De inhoud van de notulen wordt ter kennis van de leden gebracht.

BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING

Artikel 17

1. Het in de algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen -dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding- ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 18
1. In de statuten van de kiesvereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft de goedkeuring van het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie. 4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

ONTBINDING

Artikel 19
1. De kiesvereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd, geschiedt de vereffening van het vermogen van de ontbonden vereniging door de bestuurders.
3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan de ChristenUnie.
4. De boeken en bescheiden van de kiesvereniging moeten worden bewaard gedurende de door de wet voorgeschreven termijn na afloop der vereffening. Bewaarder is de ChristenUnie, tenzij bij het besluit tot ontbinding een ander als zodanig is aangewezen en deze aanwijzing door het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie is goedgekeurd.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 20
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen. De algemene vergadering is te allen tijde bevoegd het huishoudelijk reglement te wijzigen of op te heffen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met deze statuten, noch met de statuten en reglementen van de ChristenUnie.